Vers aangeplante jonge boompjes in het bos. “Goed” denk ik, want enkele jaren terug werd het bos ontdaan van de mooiste en dikste bomen. Het waren de stokoude knappe gasten die ik en andere wandelaars (ja, er zijn er nog die met bomen praten) begroetten op elke wandeling.
En dan zie ik de metalen palen rond de jonge boompjes. “Om te voorkomen dat de reeën aan de boompjes gaan knabbelen”, weten de mensen die de ijzerdraad erom heen buigen te vertellen. Bos"beheer" denk ik en sus mezelf "ik ken er niks van" en vervolgens denk ik "het bos begint méér en méér op een park te lijken".
Natuurbeheer, bosbeheer, ... eigen boom eerst, eigen gans eerst, eigen bijen eerst, … . Ik kan het niet helpen om de lijn door te trekken… en vraag me af of de Amerikaanse eik écht zo een boosdoener is, en wat met de hoornaar? De Europese kan geen kwaad, zeggen ze. De Aziatische hoornaren, díe vormen het probleem. Ik word opnieuw intriest wanneer ik terugdenk aan de actie jaren geleden van Natuurpunt: om de inheemse ganzenpopulatie te beschermen werd de volledige uitheemse ganzenpopulatie vergast. Tja, als de mens de natuurlijke vijanden van een dier uitschakelt, wat kan ie dan vervolgens anders dan zelf vijand worden?
Verderop kom ik de boswachter tegen. En in de verte zie ik de jager met zijn geweer over het veld naar zijn bak met kastanjes lopen… Hij gaat vast checken of er van gegeten werd. Het everzwijn is een bedreiging, dat is zijn nobele beweegreden voor zijn devotie. Ik vraag me af voor wie precies dat majestueuze dier een bedreiging is.
Ik wandel terug naar huis en ik zie dat de buren problemen hebben met hun gazon… Ja, de mol dreigt… En de andere buur heeft de buxusmot overmeesterd… door de haag eindelijk uit te gooien… de wekelijkse hoeveelheid gif werd wel heel erg duur... .
Ik kom thuis en zie dat de pindanootjes wéér aangevuld moeten worden. De horde mussen en vinken, de koolmeesjes en de enkele pimpelmeesjes vliegen af en aan. Tja, bedenk ik, het gif voor de buxusmot is er niet meer, en de buxusmot ook niet… Ik zal dit jaar niet toekomen met de pindanoten.
Onderaan de voet van de honingboom pikken de familie tortelduiven en het houtduivenkoppeltje alles wat de kleintjes laten vallen. En zie… een kraai! Prachtige huppelaar. “Waar komt je reputatie vandaan, het idee dat jij de kleintjes wegjaagt?” Toch niet onder deze onbeheerde honingboom.
En dan wordt het me wat veel. Mijn emoties. Ik moet ze beheren. Het moet, want ongereguleerd doen ze te veel zeer.
ondoorzichtig imposant
hier
en toch
heel ver
in dit bos
zelden
nabij
opmerkelijk
verscholen
hoorbaar
stil
denderende doffe stappen
krakende takken
geduchte snelheid
stokkend ontzag
verbeelding op hol
geest op drift
verpletterende roes
ontstellend gewoon
everzwijnen zie je zelden
Reactie schrijven