Vandaag ga ik wandelen, ik kijk naar de lucht en zie door de toppen van de bomen de zon. Ik besef dat gewoon 'zijn' bestaat en dat het mág. Ja, ook ik mag het. Gewoon zijn. Punt. Ik laat het toe. Ik gun het mezelf. Ik voel me klein en dat voelt goed. Ik mag klein zijn, onschuldig en onbevangen, zonder de zware steen die verantwoordelijkheid heet en die me belet om blij te zijn in een wereld vol dieren- en kinderleed. Het draait niet om mij. Ik mag ontspannen. Ik mag de wind tegen mijn wangen voelen, stilstaan. En daarvoor hoef ik mezelf niet te bestraffen en mezelf als egoïstisch te beschouwen. Ik hoef ook niet haastig terug naar huis te gaan om verder na te denken over wat ik moet doen voor de wereld. Eens thuis voel ik heel duidelijk wat ik te doen heb. Ik denk aan de uitspraak die ik ooit noteerde: "radicale zelfzorg wordt activisme voor een betere wereld". Ik moet het verschrikkelijk zware verantwoordelijkheidsgevoel dat ik meedraag relativeren en ook mild durven zijn voor mezelf. Alle wreedheid (vooral jegens dieren) in de wereld kan je niet oplossen. Vooral wanneer je eigen bedding ontbreekt. Opnieuw besef ik dat dat het eerste is dat ik moet doen.