Veganisme werkt therapeutisch

Als geschaad kind droeg ik niet enkel mijn eigen trauma, maar ook dat van alle medeaardbewoners die gekwetst, verwaarloosd, misbruikt en/of opgegeten werden. Veganisme is een logisch gevolg van mijn traumatische ervaringen. En tegelijk is het mijn therapie. Méér nog, toen ik kind was, was vegetarisme (later veganisme) mijn belangrijkste beschermingsmechanisme: ik had geen controle over mijn eigen pijn en die van mijn vrienden op vier voeten. Waar ik wél controle over had, was mijn bord. Drie keer per dag een klein beetje greep op de werkelijkheid. Want elk bordje was één bordje leed minder.

De grootste reden van mijn bestaan is nog steeds zoveel mogelijk leed vermijden, voorkomen en wegwerken. Veganisme is een evidentie. Echter, het verschil dat één persoon alléén kan maken, blijft beperkt tot drie dagelijkse bordjes. En ik wil er méér. Veel méér. Daarom ga ik op zoek naar de mensen bij wie het resoneert. Ze zijn er. Ook al blijft resoneren om voor de hand liggende redenen een zeer broos en kostbaar goed, ik vind ze wel. Die mensen. Ooit dacht ik dat het niet weggelegd was voor een geschaad kind en al helemaal niet voor een vegan in een niet-vegan wereld. En dan gebeurde dit… Op 5 jaar tijd groeide mijn facebookgroep wat vegans (w)eten  uit tot een gezellige en ontwapenende groep van 4000 leden.

En in die groep resoneert het op een dieper niveau, niet met dieren, maar met mensen. Samen met hen maak ik impact die veel verder gaat dan mijn drie eigen dagelijkse bordjes. Samen vergroten we onze weerbaarheid en onze kracht. We hoeven niet meer onzichtbaar te zijn. We houden ons niet langer klein. We staan op en maken samen de wereld veiliger. En warmer. Voor, boom, bloem, mens en dier. En dat voelt zo enorm goed. Het voelt als eindelijk thuiskomen in de wereld waar ik thuishoor.

Ik leerde mijn draagkracht kennen en daarmee stak ik de rivier over, de oever van ontreddering ligt nu aan de andere kant. Nu ben ik thuis op de oever van daadkracht.

 

Vandaag ga ik wandelen, ik kijk naar de lucht en zie door de toppen van de bomen de zon. Ik besef dat gewoon 'zijn' bestaat en dat het mág. Ja, ook ik mag het. Gewoon zijn. Punt. Ik laat het toe. Ik gun het mezelf. Ik voel me klein en dat voelt goed. Ik mag klein zijn, onschuldig en onbevangen, zonder de zware steen die verantwoordelijkheid heet en die me belet om blij te zijn in een wereld vol dieren- en kinderleed. Het draait niet om mij. Ik mag ontspannen. Ik mag de wind tegen mijn wangen voelen, stilstaan. En daarvoor hoef ik mezelf niet te bestraffen en mezelf als egoïstisch te beschouwen. Ik hoef ook niet haastig terug naar huis te gaan om verder na te denken over wat ik moet doen voor de wereld. Eens thuis voel ik heel duidelijk wat ik te doen heb. Ik denk aan de uitspraak die ik ooit noteerde: "radicale zelfzorg wordt activisme voor een betere wereld". Ik moet het verschrikkelijk zware verantwoordelijkheidsgevoel dat ik meedraag relativeren en ook mild durven zijn voor mezelf. Alle wreedheid (vooral jegens dieren) in de wereld kan je niet oplossen. Vooral wanneer je eigen bedding ontbreekt. Opnieuw besef ik dat dat het eerste is dat ik moet doen. 

 

Reactie schrijven

Commentaren: 0