Om de 3 maanden schrijf ik een artikel in Rechtuit, het magazine van het Willemsfonds, de socio-culturele vereniging waar ik als coach inclusie werk.
Dit artikel verscheen in Rechtuit, december 2021
Hoe meer zielen hoe meer vreugde
“Toen de pastoor mijn overgrootvader vroeg waarom hij niet méér kinderen had, antwoordde hij dat hij niet méér kinderen van een deftig leven kon voorzien. Om de machtsverslaving van de kerk te voeden, werden mensen destijds aangespoord om grote gezinnen te stichten. Nu dient de geseculariseerde mens op dezelfde manier het kapitalisme.”
Overbevolking krijgt zelden aandacht. Vreemd, vindt Fons Jena, auteur van “We zijn met te veel”, want
bevolkingsgrootte is een fundamentele parameter die mee bepaalt wat er mogelijk is. De bevolkingsdruk is
bovendien waarneembaar op alle vlakken in onze samenleving. In 2019 verklaarden 11.000 wetenschappers dat de bevolkingsomvang op zijn minst moet stabiliseren. Niettemin zijn er nog steeds mensen die beweren dat overbevolking niet bestaat. Onlangs bekritiseerde zelfs de paus kindvrije mensen, omdat er binnenkort een tekort aan… mensen zou zijn. Of bedoelde hij een tekort aan gelovigen? Wetenschap of niet, tegen de argumenten van Fons Jena kan (bij)geloof bijzonder weinig inbrengen.
Bevolkingsdruk? Moeten we ons druk maken, Fons?
Overbevolking is een relatief begrip. Als iedereen tevreden is met een studio, industriële voeding en een parkje in de stad, is er niks aan de hand. Alhoewel. De massale menselijke aanwezigheid is een relatief nieuw fenomeen voor de aarde. Het 1ste miljard mensen heeft tienduizenden jaren geduurd. Pas vanaf de 18de eeuw zien we een bevolkingsexplosie. In minder dan 200 jaar zijn we plots met 8 miljard. We kunnen niet precies inschatten welke impact verdere bevolkingsgroei heeft op welvaartstransitie en planetaire grenzen. Iedereen voorzien van alle toeters en bellen van een aangenaam leven, terwijl er nog 3 miljard mensen bijkomen en dat op een al overbelaste planeet? Een wekelijkse autoloze of vleesloze dag en ‘groene’ technologie volstaan zeker niet. De bevolkingsgroei remmen voorkomt veel leed, zeker voor de armsten.
Je raakt hier een inclusief thema aan. Wat is de relatie tussen ongelijkheid en overbevolking eigenlijk?
Onze welvaart is het resultaat van evenwicht tussen bevolkingsgrootte en beschikbare economische middelen. Wanneer de bevolking toeneemt ten opzichte van de producten en diensten, treedt er schaarste op. Vrijheden worden dan beperkt om het evenwicht te houden tussen aantal mensen en mogelijkheden. Zo niet, dan worden de zwaksten getroffen door de afname van de welvaart. Hoe meer mensen er zijn, hoe minder medezeggenschap elk individu ook heeft. Kijk maar naar de democratie. Naarmate de bevolking groeit, verliest elke stemgerechtigde proportioneel in zeggenschap. Dezelfde waardevermindering zien we op de arbeidsmarkt, waar een overschot aan werknemers ongunstige voorwaarden met zich meebrengt.
Het omgekeerde is ook waar. Door de pest in de 14 de eeuw verminderde de Europese bevolking in 100 jaar met 1/3 de . De prijzen daalden en er was werk. Alle kinderen kregen recht op erfenis, niet enkel de oudste zoon. Er kwamen zelfs wetten die de welvaart van de armere klasse beperkten omdat ze zich anders te snel opwerkte. Er kwam land vrij, waardoor de natuur terug ruimte kreeg.
Verlies van ruimte en natuur, en dus van vrijheid en rust, heeft vandaag vooral in steden hogere criminaliteit, individualisering en stress tot gevolg. We spreken dan niet eens over de impact van vervuiling, verlies van biodiversiteit en klimaatverandering op de menselijke gezondheid en levenskwaliteit.
Het dure woord levenskwaliteit is er uit. Wat is levenskwaliteit, volgens jou?
De metafoor van biochemicus Isaac Asimov maakt het verband tussen levenskwaliteit en bevolkingsdruk
helder. Asimov spreekt over een appartement waar 2 mensen wonen die elk over een eigen badkamer
beschikken. Ze baden wanneer en hoelang zij willen. Als er in diezelfde woning 20 mensen zijn, is die vrijheid niet langer normaal. Dan moet er afgesproken worden en het badkamerbezoek wordt in tijd beperkt. Ook al is het een subjectief begrip, uit deze metafoor destilleer ik het fundament van levenskwaliteit: het kunnen en mogen doen wat je wil zonder anderen negatief te beïnvloeden. En dat hangt nu eenmaal samen met aantallen. In een wereld met een veel lagere bevolkingsdruk hoeft niemand zich druk te maken over een 4X4 minder of méér. Echter, wanneer biodiversiteitsverlies veroorzaakt wordt door plaatsgebrek, is het hoog tijd om de draagkracht van onze zieke planeet objectief te berekenen.
Bevolkingskrimp is dus gunstig voor armoedebestrijding.
Zeker, bevolkingsdruk is een armoedefactor. Er wordt gezegd dat anticonceptie de beste vorm van
ontwikkeling is. Anderen gaan voor economische ontwikkeling. Kip of ei, beide elementen versterken elkaar. De demografie toont het verband tussen een lagere bevolkingsgroei en méér welvaart. Dat is de uitdaging van ‘arme’ landen. Het komt er op aan dat de economie sneller groeit dan de bevolking. Want als een economie die tekort schiet niet groeit, kan de schaarste en dus ook de armoede niet verminderen. Bevolkingskrimp helpt het economisch evenwicht eveneens. Emancipatorische instrumenten zoals gezinsplanning, vrouwenrechten en onderwijs, zorgen voor een dalende vruchtbaarheid. Het zijn dezelfde mechanismen die mensen kansen geven op een beter leven en ‘erbij horen’. En zo pak je met bevolkingskrimp gelijk armoede en ongelijkheid aan.
In je boek spreek je ook over de gevolgen van een schaarser wordende natuurruimte.
De mens heeft voor elk probleem een technologisch antwoord. We nemen geen genoegen met minder dan
perfect. De maakbare mens zet de natuur naar de hand en verlegt daarbij elke grens die de aarde of haar
bewoners aangeven. Het is bekend dat volkeren die in en met de natuur leven een meer inclusieve cultuur
hebben. De relatie met de natuur is dan ook essentieel voor een ethisch referentiekader. Anders wordt de
“ander” – zowel plant, dier als mens - eenzijdig gebruikt en gaat het contact verloren. Dat wij afhankelijk zijn en maar één onderdeel van het grotere ecologische systeem zijn, dat besef lijkt ver zoek. Natuurruimte wordt bijgevolg alsmaar schaarser.
De mens is in het beste geval bekommerd om de participatie van medemensen. Echter, alleen wanneer we
inclusie uitbreiden naar alle levende wezens, en we bereid zijn om onze omgeving te delen, zal er voor
iedereen plaats zijn, ook voor de dieren en de planten. Pas zonder speciëcisme kunnen we spreken van een herbergzame wereld waarin niemand uitgesloten wordt. Daarvoor hebben we verlichte individuen nodig die de bekommernis durven verleggen van de mens naar alle soorten. Een lagere bevolkingsdruk is volgens mij de beste manier om mens, dier en plant én hun onderlinge relatie te herstellen.
Je ziet de aanpak van overbevolking als oplossing voor vele actuele problemen?
Ja, werken op ‘minder mensen’ zie ik als een universele ‘vereenvoudiger’ van problemen met positieve
nevengevolgen. Ik verkies bronaanpak boven symptoombestrijding. Ik zeg niet dat andere acties niks bijdragen. Bevolkingskrimp is een noodzakelijke voorwaarde voor een inclusieve wereld, maar om iedereen uit de armoede te halen, is het onvoldoende. Een rechtvaardiger economisch systeem en ecologische hefbomen zoals een circulaire economie blijven nodig. Ik geloof ook in vereende krachten.
Staat overbevolking als deel van de maatschappelijke problemen eigenlijk op de politieke agenda?
Naast het uitblijven van sensibiliserende boodschappen, spreken politieke maatregelen dit tegen. Zo betalen kindvrije koppels méér belasting dan koppels mét kinderen. Progressief kindergeld ondersteunt de kinderwens. Er zijn volgens mij andere manieren om met geld armoede te bestrijden. Het groeiprincipe is zo hardnekkig dat een krimpbestendig sociaal en economisch systeem niet op de agenda komt.
Het begint al bij het onderwijs. Na de secundaire school, krijgen studenten veelal geen breed maatschappelijke input meer. Zij krijgen vakken die hen klaarstomen voor het werkveld. Ik vraag me af of jongeren weten hoeveel mensen er in België leven en of de bevolking stijgt of daalt. Zonder ecologische inzichten, gaan jongeren uiteraard mee in de algemeen aanvaarde verwachtingen. Kindvrij zijn, hoort daar niet bij. Het buitenlands beleid van geïndustrialiseerde landen is ook niet ‘ontwikkelingsvriendelijk’. Dat is logisch wanneer anderen beschouwd worden als (toekomstige) economische concurrenten. Wist je dat in vele landen politici maatregelen nemen om de vruchtbaarheid te verhogen! Daaraan zie je dat overbevolking ook internationaal aangepakt moet worden.
We hadden het al over de paus en zijn uitspraak over kindvrije mensen. Dat kan ik enigszins plaatsen. Er
moeten immers zieltjes zijn om ze te kunnen winnen. Echter, gezien de klimatologische urgentie noem ik de politieke houding ronduit onverantwoord. Wie de kinderwens wil beperken, wordt als extremist weggezet. Het debat is dus bij voorbaat gekleurd. Kinderloosheid wordt ook nog steeds met egoïsme geassocieerd. Nochtans is het kiezen voor géén of weinig kinderen het meest altruïstische dat je kan doen. Je geeft letterlijk ruimte aan andere mensen en aan de natuur. Kan je trouwens egoïst zijn ten aanzien van iemand die nog niet bestaat?
Ik ben blij dat je dit zegt. Toen mijn biologische klok op haar einde liep, voelde ik de sociale druk verhogen.
De sociale druk om een gezin te stichten is er nog steeds, ook in geïndustrialiseerde landen. Toch kiezen meer en meer koppels bewust om met twee te blijven. Pogingen van overheden, geestelijken of ‘technofixers’ zoals SpaceX miljardair Elon Musk om de vruchtbaarheid op peil te houden, boeken weinig succes. Dat is een goed teken. Die predikers brengen het onderwerp ter sprake en zo depolariseren zij zelf het debat (lacht), en dat is ook de bedoeling van mijn boek.
Lang geleden waarschuwde Frank de Boosere in zijn weerbericht al voor de nefaste gevolgen van de bevolkingsgroei. Toch is “We zijn met te veel” het enige Nederlandse boek over dit thema. Hoe komt dat?
Er is ook nog ‘Ecologica’ van Hans Meek. De berichtgeving rond overbevolking is inderdaad beperkt, zeker de positieve. De milieuproblemen worden veelal gereduceerd tot overconsumptie. De focus ligt op
duurzaamheid, CO2 en voetafdrukken. Het moet overkomen als een open debat, terwijl het concept
overbevolking angstvallig gemeden wordt. Vreemd. Aspecten van natuurruimte en levenskwaliteit in acht
nemen, kan de klassieke oplossingen zoals consuminderen en duurzame technologie toch alleen maar
verruimen! Op één of andere manier schiet het onderwerp in het verkeerde keelgat bij vele mensen. Je moet al een gevestigde waarde zijn om de collectieve emoties en vermijdingsdrang te overstijgen. Etienne Vermeersch was zo iemand. Hij zou het debat ook graag en goed gestuurd hebben.
Vermeersch is niet meer. Wat raadt jij ons aan, Fons? Hoe kunnen we ijveren voor een herbergzame wereld?
Overbevolking is een beladen onderwerp. Zodra mensen het begrijpen, voelt overbevolking niet meer als een bedreiging of verwijt en valt de weerstand weg. Het gaat vooral om bewustmaking. Spreek er over. Het
dagelijkse nieuws -al dan niet lokaal- is een ideale bron om het onderwerp ter sprake te brengen. Wijzen op de voordelen van een lagere bevolkingsdruk creëert een veilige sfeer. Wanneer men inziet dat een minder drukke wereld socialer, groener en herbergzamer is, erkent elke politieke kleur of levensvisie dat minder mensen iedereen ten goede komt, niet alleen de kinderlozen.
Het is ook belangrijk dat gelijkgezinden elkaar versterken. In België is er maar één vereniging die pleit voor
bevolkingskrimp, en dat is MinderMensen vzw. Ik nodig de lezer uit om lid te worden en mee te denken. Enkel door ons te verenigen, zullen we gehoord worden. Elke organisatie kan trouwens een steentje bijdragen. Ik denk bijvoorbeeld aan ‘Endangered Species Condoms’ van een Amerikaanse natuurvereniging. Verbeeld je dat Natuurpunt gratis condooms uitdeelt aan musea en culturele centra. Dat zou pas sensibiliserend zijn!
Initiatieven van andere organisaties (openlijk) steunen, is ook waardevol. Door elkaars activiteiten te promoten en artikels te delen, ontstaat er kruisbestuiving en een netwerk van organisaties en mensen. De meeste groeperingen wensen immers een betere wereld voor de toekomstige generaties. Spijtig genoeg worden de verschillen in aanpak gepolariseerd. En worden we uit elkaar gespeeld door de media. Verbinding tussen alle benaderingswijzen is nodig om er een en-en-verhaal van te maken. Alleen dan gaan we effectief in tegen mensen die voordeel halen uit polarisatie. Duidelijke communicatie, sterke argumentatie en kinderen helpen bij de ontwikkeling van een kritische geest, zijn eveneens duurzame methodes.
Van kritische geesten gesproken, hoe begon je eigen bewustwordingsproces?
Mijn vader werkte bij het bevolkingsfonds van de VN. Kritisch denken, was thuis dus vanzelfsprekend. Met
zichtbare negatieve impact heb ik problemen, vooral wanneer mensen er niet bij stil staan, onverschillig zijn of er niets aan doen. Elk jaar komen in mijn dorp nieuwe huizen bij. Vroeger had je tussen twee huizen bomen en grazende koeien. Nu worden huizen tussen bestaande woningen geperst en verdwijnen de koeien in megastallen. Ik werd er verdrietig van. Het was alsof ik als enige de olifant in de kamer zag. Ik kon niet anders dan het beest beschrijven en zichtbaar maken. En zo ontstond mijn boek.
En nu zien wij de olifant ook! En we weten wat we kunnen doen. De Willemsfonds ouders zullen later aan hun kleinkinderen kunnen vertellen dat zij geholpen hebben de olifant van uitsterven te vrijwaren. Trouwens, vrijheidsbeperking is voor onze vrijdenkers reden genoeg om in actie te komen. Bedankt voor de suggesties!
_____________________________________________________________________________________
‘We zijn met te veel’ is te koop in de boekhandel of op www.wezijnmetteveel.be. Wil jij kans maken op een
gratis exemplaar? Mail dan jouw actietips voor een herbergzame wereld naar tania.menten@willemsfonds.
Reactie schrijven