In tijden van het Coronavirus schrijf ik elke week een knuffelbrief voor iedereen die nood heeft aan een beetje humor en een vriendelijk woordje. Mijn achtste brief is er eentje voor mezelf. Je leest hem onder de mondmaskers.
Schoonbeek, 3 juni 2020
Dag Peter
De laatste dagen heb ik veel aan je gedacht. Jij doet je werk als politie agent in een deelgemeente van Brussel met volle overtuiging en overgave. Dat weet ik omdat je er meermaals op familiefeesten levendig over vertelde. En ook omdat je me een keer geholpen hebt toen ik mij bedreigd gevoeld heb in het verkeer. Je hebt toen mijn klacht empathisch en tegelijk met een zin voor realiteit behandeld. Ik ben je daar nog steeds dankbaar om, Peter. Je gaf me niet alleen een ruggensteun op dat eigenste moment. Door jouw handelen destijds, ervaar ik nu nog steeds een gerust en veilig gevoel: er zijn immers mensen zoals jij die ons behoeden voor vele zaken waar gewone burgers, zoals ikzelf, wellicht niet eens weet van hebben.
De laatste dagen heb ik dus veel aan je gedacht. De wereld is getuige van een moord op klaarlichte dag. Een brutale moord. Eén van je Amerikaanse collega’s gedroeg zich niet als een politie agent. Eén van je collega’s is een moordenaar. De man hoort niet thuis in je beroepscategorie.
Heel de wereld staat naar aanleiding van die wandaad op zijn kop. Om het onrecht, waarvan zij zelf het slachtoffer claimen te zijn, gaan duizenden in Amerikaanse steden de straat op en vernielen alles op hun weg. Zij wagen zich aan volledige anarchie. Zij plunderen de winkels leeg van hun medeburgers. Om het onrecht dat George Floyd is aangedaan te wraken? Om de ongelijke verdeling aan te pakken? Als straf voor de politie agent? En in uitbreiding voor alle politie agenten? Om eens en voor altijd gelijkheid te oogsten?
Alle shopkeepers treffen zij. Zij maken geen onderscheid tussen blank en zwart. Inclusie van iedereen. De protestwrakers zijn zwart en blank en hun slachtoffers zijn eveneens zwart en blank. Deze rechthebbenden vormen een eenheid, één groep. Zwart en wit zijn gelijk, samen geweldpleger en plunderaar en samen slachtoffer van geweldenaren en plunderaars. Geen enkele shopkeeper ontsnapt aan de baldadigheden. Geen onderscheid tussen witte en zwarte slachtoffers. Niet zoals de witte moordenaar en het zwarte slachtoffer. Want alle witte agenten zijn dader en alle zwarte arrestanten zijn slachtoffer, toch? Tussen geweldenaar en slachtoffer wordt in de moordzaak het onderscheid heel duidelijk gemaakt, blank versus zwart. Niet door de protestwrakers, wel door de verontwaardigden. Dat duizenden witte politieagenten op hun knieën zitten, naast hun zwarte collega’s, dat ziet de verontwaardigde schrijver niet. Dat een politie agent achter zijn rug in brand gestoken wordt, komt niet in het nieuws. Dat een politiepaard opgejaagd wordt en de politie agente zwaar gewond raakt wanneer zij er af valt, ook niet. De chaos in de Amerikaanse straten wordt voor het gemak niet geaccentueerd in de media.
Menig schrijver blijft daarenboven niet bij de feiten: een man werd op klaarlichte dag in koelen bloede vermoord. De wereld was getuige doordat omstaanders de moorddaad van begin tot einde filmden. Niet alleen de omstaanders die filmden, alle omstaanders, keken toe en deden niets om het geweld te stoppen. Een zwarte man van 46 werd vermoord door een blanke politie agent. De aanwezige getuigen ondernamen niets om zijn dood te voorkomen.
In de plaats worden meningen en emoties neergeschreven. Alle analyserend vermogen lijkt verdwenen. Feitelijkheden zijn van geen tel. Proportie en objectiviteit zijn zoek. Veralgemeningen doen hun werk: blanke politie agenten –en bij uitbreiding blanke mensen- zijn onderdrukkers. De moordenaar van Floyd is er één met duizend koppen. Duizend witte koppen. Ook het slachtoffer is geen individu, George Floyd is het gezicht van duizenden. Duizend zwarte gezichten. Niet enkel in de VS. Ook elders. Ook in België.
Je moet maar, zoals jij, Peter, witte politie agent zijn en in eer en geweten je sociale beroep uitoefenen, elke dag je nek uitsteken om orde te handhaven waar er chaos is, om diplomatische ontmijner te zijn in potentieel gevaarlijke situaties zoals partnergeweld, burenruzies, … . Je moet maar de blanke politieman zijn die het huis als eerste moet betreden om de zelfdoding van een medemens vast te stellen, … . Al je goede intenties, al je psychologische uitdagingen en al je harde risicovolle werk ten spijt, je wordt in elk schrijven tegenwoordig weg gezet bij corruptie, racisme en machtsmisbruik. In plaats van de moordenaar uit de beroepscategorie te verwijderen, worden alle blanke politieagenten onder de moordenaarscategorie ondergebracht.
Evengoed moet je maar zwarte man of vrouw zijn. En je succesvol voelen. Een leven leiden waar je voor kiest, een job en andere bezigheden hebben waar je trots op bent. Relaties hebben die je voldoening geven. Al je eigenheid ten spijt, je wordt in elk schrijven tegenwoordig weg gezet bij de onderdrukten, de slachtoffers, de gedenegreerden, de ongelijk behandelden. En als je weigert om je identiteit te laten afhangen van je huidskleur en je dus als slachtoffer te gedragen, dan wil men liever niets van je weten. De Assita Kanko's worden ofwel niet uitgenodigd om aan tafel te komen, ofwel worden ze in nauwe oppositie geduwd. Je krijgt met je intelligentie en je objectieve beschouwing van feiten niet de ruimte die je nodig hebt om je punt te maken. Je moet immers de uitzendtijd delen met zij die uitspraken doen als "zwarte mensen kunnen niet racistisch zijn".
Als je al een gewetensvolle witte politie agent zou zijn, dan ben je een uitzondering. Als je al een zwarte burger zou zijn die zich goed in het vel voelt, dan onderscheid je jezelf en behoor je tot tot de overlopers of -minstens even erg- tot de naïevelingen die niet door hebben dat ze door de blanke samenleving misbruikt worden als excuustruus. In elk geval behoor je tot een minderheidsgroep van mensen die het succes niet aan zich zelf kunnen te danken hebben.
Wat ben ik blij dat ik vandaag maar een vrijwilligerscoach ben en geen politie agent. Vrijwilligerscoaches mogen nog steeds zonder schuldvraag blank zijn. Vrijwilligerscoaches moeten nog geen gewetensonderzoek doen bij zichzelf wanneer hun collega’s zich misdragen. Vrijwilligerscoaches mogen nog blind zijn voor hun kleur. Of voor de kleur van elk andere persoon. Vrijwilligerscoaches mogen zich nog bezig houden met de andere leuke en minder leuke verschillen tussen individuen. Vrijwilligerscoaches moeten nog niet veralgemenen of typecasten, zwart versus blank. Vrijwilligerscoaches mogen nog met individuen omgaan in plaats van met soorten mensen. Vrijwilligerscoaches moeten niet beschaamd zijn wanneer één van hun collega’s niet naar behoren functioneert, in de fout gaat -of erger- een misdrijf pleegt. Vrijwilligerscoaches worden niet medeverantwoordelijk gesteld wanneer een collega geweld pleegt. Vrijwilligerscoaches worden niet vergruisd door de maatschappij en medeplichtig bevonden wanneer een collega een moordenaar blijkt te zijn.
Wat ben ik zo niet blij dat ik vandaag coach inclusie ben. De wereld staat op zijn kop en mijn visie op inclusie waar ik zo trots op ben, wordt –weliswaar tussen neus en lippen- in vraag gesteld. Het compliment dat Margriet Hermans (niet de minste!) mij gaf voor mijn concept Samen sterke verhalen Smaken, smaakt opeens bitter. Want ik hoor stemmen opgaan die ons prille inclusieverhaal overtreffen: "Moeten we niet beschaamd zijn om onze inclusieve aanpak? Moeten we niet de verschillen gaan benoemen in plaats van ons te concentreren op wat mensen gemeen hebben? Moeten we stoppen om zo positief –lees naïef- te zijn over de rijke verschillen die er tussen individuen in het Willemsfonds zijn. Moeten we maar stoppen met culturele kansen en wegwijzers te creëren? En in plaats de verschillen opzoeken, uitvergroten en vervolgens problematiseren? Moeten we toch maar stoppen met onze keuze om iedereen aan dezelfde (culturele eet)tafel te brengen? Moeten we toch maar met homogene doelgroepen gaan werken? De zwarte en de blanke apart zetten? De zwarte in het hok van de onderdrukte stoppen en de blanke in het hok van de onderdrukker? Moeten we onze emancipatorische invloed maar wegzetten en vervangen door de algemeen heersende slavenmoraal? Zouden we ons niet beter laten verslinden door schuld en wroeging en ons als boete overgeven aan het algemeen politiek correcte denken? Zullen we de Hirsi's en de Kanko's met hun nuchtere en beargumenteerde analyses ook maar het zwijgen gaan opleggen en met de goegemeente mee gaan minachten?"
En verder vrees ik voor de stemmen die wederom zeggen: "Welk slachtofferdenken gaan we versterken? Dat van de onderdrukte zwarte man? Dat van de Palestijn? Of anders, dat van de Israëliër? Hebben de joden het niet allemaal aan zich zelf te danken? En moeten we die maar niet sterker maken? De Holocaust is al lang geleden, toch? Er is ook nog de moslim die niet anders kan dan in opstand komen tegen de westerling die hem ertoe aanzet om bommengordels te maken om zijn vrouw te beschermen. We hebben het maar niet over door wie zij precies onderdrukt wordt. Dat maakt het te complex".
En dan is er nog de vraag van het perspectief: "Waar leggen we de lat? Zullen we gaan voor vrijheid in de wereld in plaats van voor vrijheid van meningsuiting in ons midden? Zullen we gaan voor de gelijkheid van alle mensen op aarde in plaats van de gelijke behandeling van de mensen rondom ons? Zullen we het onrecht in de wereld bestrijden in plaats van de ongelijke behandeling van individuen in ons midden? De bedelaar op straat die door pech in zijn leven uit de samenleving valt? Die is blank en heeft alle kansen gehad. Het autistische kind dat willens nillens de integratiekans moet “ondergaan” voordat ie zich eindelijk mag thuis voelen in een klein aangepast klasje met professionelen die hem/haar begrijpen? Het M-decreet zorgt er toch voor dat iedereen gelijk wordt behandeld. De jongere op wie integratie een negatief effect heeft, moeten we dan maar beschouwen als collateral damage. De coronapatiënt in het rusthuis die niet naar het ziekenhuis wordt overgebracht en dus niet met medische verzorgers omringd is? Er moeten nu eenmaal keuzes gemaakt worden. De anders geaarde moslim tussen ons die zich niet kan outen? De moslima die niet verliefd is op de man waaraan zij uitgehuwelijkt wordt. De Moslima die zich westers wil kleden of god betert zich niet wil laten besnijden? Die leven in een gemeenschap die de koran letterlijk volgt, daar kunnen we niks tegen inbrengen. En trouwens, dan trappen we op religieuze tenen en die zijn heilig. De gevangene die 22 uur per dag in een cel van 2 bij 3 meter de dag ledig en eenzaam doorbrengt? Hij heeft een eerlijk proces gehad en is nu veroordeeld. Het kind dat niet van school wordt opgehaald omdat zijn ouders hem vergaten. Het kleutertje dat geen boterhammen mee naar school brengt omdat er weer geen brood in huis is? Dat zijn problemen voor de regering. De werknemer die niet dezelfde loonvoorwaarden krijgt, dan de andere mensen in de organisatie? Die behoort nog steeds tot de goed betaalden, dus die heeft niks te kort. De kiezer wiens stem niet meegeteld wordt? Dat zijn maar debiele racisten, of op zijn minst malafide figuren. Die geven we beter geen recht op vrije meningsuiting. De koeien in de stallen naast de deur die morgen in angst hun dood in het slachthuis tegemoet rijden? Dat zijn geen mensen. Racisme is toch nog altijd erger dan speciëcisme.
Allemaal problemen, hier en nu. We kunnen ervoor kiezen om ons eigen aandeel in (het wegwerken van) die lokale onrechtvaardigheden te onderkennen om er vervolgens vat op te krijgen. Genoeg te kiezen om op te lossen. Maar ik vrees dat de keuze zal vallen op "Laten we het groot aanpakken, ons concentreren op een revolutie van formaat. Dat heeft meer maatschappelijke impact dan wanneer we de kleine onrechtvaardigheden naar individuen rondom ons aanpakken. Als we onze ogen voor het kleine hier en nu collectief sluiten, dan kunnen we daar en dan de eeuwenoude onrechten door anderen en voor anderen oplossen. Lokaal is het uiteindelijk toch maar situationeel onderscheid dat slechts de enkeling treft. Elders kent ongelijke behandeling schandalige proporties die we niet kunnen negeren. De ene ongelijkheid is toch immers erger dan de andere. Laten we daar correct over wezen".
Je begrijpt me wel, Peter. Ik ben ook verbolgen over de dood van George Floyd. Jij ook, daar twijfel ik geen seconde aan. Wat de omstandigheden ook zijn, welk strafblad iemand ook heeft, weerloos gemaakt worden en vervolgens verstikken, dat mag niemand overkomen. Daar moet een rechtszaak van komen en de politieman moet correct berecht worden. Of dat zo zal gebeuren? De kans is niet ondenkbaar dat er een achterpoort is, dat weten wij ook. Corruptie en racisme zijn de wereld niet uit. Daar doen we niet flauw over.
Met dit schrijven wil ik de verontwaardiging in de wereld niet ontkrachten. Met dit schrijven wil ik mijn bekommernis delen met iemand die dag in dag uit met mensen werkt, zich inzet met lijf en leden, op het terrein. Kortom, met iemand die weet hoe het voelt om daar in het écht te staan, om deel uit te maken van de straat. Het is een bekommernis rond het effect op de mensen die maatschappelijke ondersteuning hier en nu verdienen, die niet kunnen wachten tot het racismeprobleem in de wereld opgelost is. Ik wil alleen zeggen dat ik bijzonder bang ben dat de "kleine" -lees individuele- miserie hier en nu wederom opzij geschoven wordt omdat organisaties zich geroepen voelen om "méér" en "structureler" goed te doen. Jij staat elke dag in het veld. Ik heb daar gestaan. Twee jaar en toen was ik op. Ik zag zoveel ontreddering, iedere dag, hier en nu. Ontwrichting die goed verborgen blijft. En ik voelde me machteloos. Ondanks de ondersteuning van de gemeentelijke politie gaf ik op. Niet omdat ik niet wist wat er moest gebeuren, wel omdat de onverschilligheid van de goegemeente te groot is. Want dat lijden is te klein en te onzichtbaar opdat mensen verontwaardigd zouden zijn.
Peter, de laatst dagen heb ik veel aan je gedacht. De integriteit en professionaliteit van jou en je collega’s werd niet enkel in vraag gesteld. De reputatie van jou en je collega’s werd letterlijk vergruisd. In collectieve woede werden jullie allen veroordeeld als misdadigers, behorend immers tot een groep blanke mannen met het beroep politie agent. Het moge je een troost wezen dat jullie in de feiten de helden zijn die zonder dat wij het altijd beseffen over onze veiligheid waken. Het moge je een troost zijn dat je op het eind van de dag die ene man hebt kunnen ontraden om zijn vrouw vandaag te slaan. Het moge je een troost wezen dat je voorkomt dat die ene jongeman zich dieper in nesten werkt. Het moge je een troost wezen dat je aanwezigheid elke dag op het terrein op lange termijn voorkomt dat die puber niet uit de maatschappelijke boot valt. Het moge je een troost wezen dat jij de moed had om de moeder van die jongen aan de boom onder ogen te komen. Het moge je een troost zijn dat jullie de ruggensteun zijn van de vele opbouwwerkers en jeugdwerkers in ons land. Het moge je een troost wezen dat je dat hondje net op tijd uit die bloedhete auto hebt gered.
Merci daarvoor! Van mij. Voor wat het waard is.
Je tante Tania
(*) Peter is een fictieve naam, de rest in mijn brief is niet fictief.
Met welk mondmasker ga jij binnenkort de deur uit?
Bij vistaprint kan je je mondmasker een persoonlijke toets geven.
Met deze mondkapjes tegen corona zorg je voor jezelf en voor de anderen.
Nu bij vistaprint wasbare mondmaskers van stof te koop voor € 13,06
Wil je graag meer goede initiatieven en positief nieuws zien van de coronatijd.
Kom dan bij onze facebookgroep "Greetings from Corona"! See you there?
Reactie schrijven