In tijden van het Coronavirus schrijf ik elke week een knuffelbrief voor de geïsoleerde bewoners van de woonzorgcentra en voor iedereen die nood heeft aan een beetje humor en een vriendelijk woordje. Mijn tweede brief is speciaal voor de zorgverleners. Je leest de zorgbrief voor zorgers onder de mondmakers.
Met welk mondmasker ga jij binnenkort de deur uit?
Bij vistaprint kan je je mondmasker een persoonlijke toets geven.
Met deze mondkapjes tegen corona zorg je voor jezelf en voor de anderen.
Nu bij vistaprint wasbare mondmaskers van stof te koop voor € 13,06
Bilzen, 22 maart 2020
Goeiendag ………….
Zoals in vorige brief afgesproken, beginnen we weer met het belangrijkste: jij vult je naam in achter mijn “goeiendag”. Weer in gedachten zoals vorige week, want de pennen zijn nog steeds gevaarlijke voorwerpen, toch? Die flauwe microben en virussen, ze zijn zo bang van ons dat ze zich onzichtbaar maken. Ze weten dat als we hen zien, dat de specialisten hen dan meteen te grazen nemen. De kleine ellendelingen, dat ze zich maar verstoppen in tussen tijd. Dan doen wij dat ook. Vinden we dat erg? Ja, dat is niet plezant. Gaan we zitten kniezen? Laten we ons doen? Neen hoor, bijlange niet!
Wij weten wel raad. Wij beginnen gewoon massaal te klappen, te skypen zoals dat heet en meer nog… wij beginnen toch gewoon opnieuw brieven te schrijven! Zoals in de goeie ouden tijd.
Hoe lang is dat geleden? En hoe fijn is dat om nog eens een echte brief te schrijven! En een brief krijgen! Daar kan toch nikske tegen op, niet? Allez, niet dat je me nu een compliment moet geven hé. Want ik méén het écht: ik ben al ik weet niet hoe blij met een kerstkaart die niet voorgedrukt is en waar dan in onleesbaar handschrift “gelukkig nieuwjaar” op staat. Dat ik het kan lezen, is alleen maar omdat het op dat moment nieuwjaar is. Dat er een dennenboom op staat helpt ook om het nog te kunnen lezen nadien bij het toevallig tegen komen van de kaart – helaba! Nie den heilige uithangen hé! Iedereen heeft een rommel la!
We zijn af aan het wijken van het serieuze werk. Terug bij de les… Wat ik wou zeggen…
Ze hebben gelijk dat ze bang zijn, die kleine fuckers! Wij hebben hier zoveel geweldige mensen dat het maar wat raar zou zijn dat ze niet bang zijn. We noemen onze meest geweldige mensen gezondheidswerkers, hulpverleners, verzorgers, dokters, artsen, verplegers, … . We zeggen mijnheer den doktoor en houden afstand, uit respect, omdat zij zoveel weten en omdat zij ons helpen, ook als corona er niet is. Ze dragen witte jassen. Dat is hun uniform. Het zijn soldaten van ons witte leger! Ze werken keihard. En het zijn slimme koppen! En durvers, moedige mensen die zich niet laten wegjagen door corona’s of welke andere narigheid ook.
Weet je, ik heb deze week meerdere keren de krop in de keel gehad. Al bij het begin van de week was het van dat. Ooghoeken die nat worden, mijn neus die kriebelt (dat er maar niks uit komt), ik probeer het te verbergen. “Niet sniffen”, zeg ik tegen mezelf. Amai! Maandag belde Tim, de verpleger die mij opvolgt om mijn migraine onder controle te krijgen. Hij vroeg me wanneer ik mijn maandelijkse injecties kon komen afhalen in het ziekenhuis in Tongeren. Ik stond perplex! De wereld is in oorlog met de kleine fuckers en hier belt één van deze soldaten en hij zegt dat hij mij niet in de steek laat. Ook nu gaat de strijd tegen die andere fucker, die migraine heet, verder! Het is een veel kleinere fucker, die andere corona is een ander paar mouwen. Dit had ik niet durven dromen. Mijne kleine fucker krijgt geen respijt. Kleiner dan corona maar toch ne serieuze ambetanterik. Dus ik word ter plekke week… met alle lichaamsvloeistoffen vandien tot gevolg… (neen, niet allemaal, zeg hé!). Gelukkig zit ik goed verscholen achter mijn telefoon.
Ik ben meteen mijn migrainespuiten gaan halen in het ziekenhuis. Zo blij dat die lieve ploeg daar nog aan gedacht heeft ook! Bijzondere mensen, amai! Had er niet op durven hopen. Mijn voorraad paardenmiddelen –hééél straffe pillen zijn het- lagen al terug klaar om de pijn te lijf te gaan de komende periode! Weer één dag op twee tureluut, onder een stolp toekijken hoe anderen tegen je praten en niet begrijpen dat je reageert alsof je in een vistank zit –hoe heet zoiets ook weer, aquarium, ja. Woawoawoa… En als je het wel hoort, dan begrijp je er totaal maar dan ook totaal niks van. Weer die blik van “zit je in een aquarium of wat?!” “Ja, ik zit in een vistank!”. En dan die paardenmiddelen. Eéntje en doef, ene hamer voor de kop en slapen… doornroosje is er niks tegen… Nu bedenk ik, misschien had die ook wel koppijn, dat doornroosje. Ja, zo had ik het nog niet bekeken.Ga dat ook eens proberen. Vanaf nu neem ik geen medicatie meer, maar ga ik me eens prikken aan het spinnenwiel. Het effect is toch hetzelfde.
Tot ik dus die verlossende telefoon kreeg. Je kan je voorstellen dat ik elke avond om vijf voor acht klaar sta om naar buiten te gaan. Dat klappen komt hen toe! Die mensen verdienen veel meer dan dat. Maar dat is het minste dat ik kan doen. Ik klap zo hard ik kan. Zo blij ben ik met deze supermensen!
Vandaag hing ik vlaggetjes in de haag met “Merci” op. Niet alleen voor de hulpverleners trouwens. Er zijn de leraren die de kinderen oppassen. Er zijn de mede-klappers die laten horen dat we niet alleen zijn. En op de vlaggetjes aan de brievenbus schreef ik “Merci, postbode” en “Merci, pakjesbezorger”! Ja, die mensen lopen zich nu de benen onder het lijf. Iedereen doet het rustig aan. Zij niet! Zij zorgen ervoor dat we niets te kort komen. En vooral dat we zelf niet in de vuurlinie moeten gaan. Heb je gezien hoe gevaarlijk het is in de strijd?! En dan is het nog maar om wc-papier?! Neen, daar gaan we het nu niet over hebben. Over dat papier kunnen we een heel rol vol schrijven hé… . Daar heb ik de tijd nu niet voor… ik moet dringend…
Maar voor ik ga, nog even terug naar het ziekenhuis. Wat was dat een bizarre ervaring! Precies de douane aan de deur. De draaideur is afgesloten. Je kan niet ongemerkt langs de “buitenwipper”. En in de hal staat er een lint gespannen rond de balie. Je roept naar de dame achter de balie waarvoor je komt. Zij roept terug “wie ben je?”, jij zegt wie je bent en dan belt zij de verpleger die vervolgens helemaal van het andere eind van het ziekenhuis naar de inkom naar je toe komt.
Tim, mijn verpleger steekt mijn spuiten in de diepvrieszak die ik voor hem open houd. En hij zegt dat we elkaar opnieuw zien in mei, net voor dat ik mijn nieuwe spuiten moet komen halen. Ik kijk hem vol ongeloof aan. Voor hem is corona een dagdagelijkse realiteit. Omringd door zijn collega soldaten, blijft hij er uiterst kalm onder. En zoals altijd met de glimlach en een positief woordje. Dat hij ook zo blij is dat hij de migrainepatiënten ook nu verder kan helpen, dat het onderzoek van de nieuwe medicatie niet stil valt, zegt hij nog. Hij verpinkt niet wanneer hij zijn mededelingen doet. In de plaats stopt hij voor de zekerheid nog een afsprakenblad in mijn tasje zodat ik onze afspraak in mei zeker niet zal vergeten.
Deze mensen verdienen een standbeeld en een maatschappelijke opwaardering! Zo'n straffe gasten! Zo’n kalmte terwijl de rest van de wereld in paniek thuis zit. En brieven gaat zitten schrijven en om 8 uur ’s avonds eindelijk uit zijn kot komt om te applaudisseren.
Dankzij hen ben ik weer drie maanden migrainevrij! Wat is dat een mooie en vooral onverwachte bonus in deze gekke tijd. Ik weet niet of die spuiten ook een beetje een bonus zijn voor jou, want here I am again... hieperdepiep en retteteketet, weer tateratatania: Tania schrijft een brief en… de rest heb je gelezen…
Ik wenst jou en alle doktoren en verplegers en verzorgers en vrijwilligers rond jou met heldere geest en van ganser harte een veilige, gezonde week toe!
Heel veel groetjes
Tania
Wil je graag meer goede initiatieven en positief nieuws zien van de coronatijd.
Kom dan bij onze facebookgroep "Greetings from Corona"! See you there?
Reactie schrijven