want orgaandonatie is niet cruelty free
In mijn leven droom ik van een wereld zonder lijden. Mijn droom verandert niet wanneer ik dood ga.
Daarom doneer ik mijn organen niet aan andere mensen. Daarom doneer ik mijn lichaam niet aan de wetenschap. Ik verklaar mij nader.
1 mens versus 500 dieren
Ik droom van een wereld zonder leed, kwalitatief en fair leven voor mens én dier, ook voor de mensen en dieren na mijn dood. Ik doe er alles aan om in de mate van mijn mogelijkheden zoveel mogelijk lijden te vermijden voor zoveel mogelijk mensen en dieren. Orgaandonatie zou een tegengestelde daad zijn.
Even rekenen: 1 mensenleven verlengen door orgaandonatie kan betekenen dat er vele mensen nog voortkomen uit die ene persoon (kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, …). Eén Nederlander eet gemiddeld in zijn/haar leven 500 dieren. Een gemiddelde Belg zelfs 1800 dieren!
Kwantiteit versus kwaliteit
We hebben het over een half mensenleven. Want een mens die door orgaandonatie langer leeft, heeft wellicht reeds een goed stuk van zijn/haar leven achter de rug. Een half mensenleven staat tegenover 500 tot 1800 dieren per niet-vegan afstammeling van die ene mens. De kwantiteit (het verlengen) van een mensenleven staat tegenover het gebrek aan kwaliteit van een hoog aantal levende wezens.
Orgaandonatie is onethisch
Als veganist kan ik mijn lichaam onmogelijk doneren. Dat zou tegenstrijdig zijn met alles waar ik voor sta in mijn leven, mijn wens om zoveel mogelijk lijden te vermijden. Zolang ik er niet expliciet voor kan kiezen om mijn lichaam te doneren aan de wetenschap ten voordele van dierenwelzijn, probeer ik mijn eigen voetafdruk bij leven zo klein mogelijk te houden. En dat verandert niet bij mijn dood. Mijn lichaam gratuit weggeven aan eender wie, zou mijn -al zijn het maar kleine- resultaten voor een betere wereld helemaal ten niet kunnen doen. Dat risico neem ik niet. De kans is groot, want mensen die ethisch handelen tav dieren -hen beschouwen als individuen- zijn tot nog toe in de minderheid. De kans dat een vegan mijn organen krijgt en door mij voortleeft, is bijzonder klein. Dat is gewoon een feit, niets om me beter door te voelen.
Hét leven, niet één leven, centraal
Mensen die mijn beslissing onethisch vinden, antwoord ik dat niemand aanspraak mag maken op een ander, niet in het leven en niet na de dood, niet op je lichaam, niet op je ideeën. Tenzij je dat zelf wil natuurlijk. Dat is jouw recht als mens. Dat heet zelfbeschikkingsrecht.
Bovendien, mensen die hun eigen leven als van relatieve waarde beschouwen, hebben geen (kwantitatieve) verlenging van het leven nodig. Dan zie je je zelf maar als een heel klein onderdeeltje van de wereld. En ben je nederig in het gebruik maken ervan. Wanneer je jezelf daarentegen als mens centraal stelt, vind je wellicht dat jij als individu recht hebt op verlenging van jouw eigen leven. Grote kans dat je het dan onethisch vindt dat ik voor het leven van velen kies boven het leven van één mens en dus geen orgaandonor wil zijn. In de plaats maak ik gebruik van mijn recht om dieren en mensen gelijk te stellen. Mijn effectief altruïsme betekent “zoveel mogelijk leed vermijden”. Wanneer het leven van één persoon het lijden betekent van méér dan één levend wezen, dan zal ik dat ene leven niet actief verlengen.
Belgische orgaandonatiewet omzeilt zelfbeschikking
Aan iedereen die mijn redenering volgt en dieren gelijk stelt aan mensen, raad ik aan om naar het administratief centrum van je gemeente te gaan en je expliciet te laten uitschrijven als orgaandonor. Maak je je bezwaar niet officieel, dan ben je in België immers sowieso orgaandonor en wordt je lichaam bij je overlijden ter beschikking gesteld. Ook je familie kan dat niet tegenhouden.
Reactie schrijven